Amega directeur Leen de Koning gaat met pensioen en blikt terug op 50 jaar Amega

Afscheidsinterview Leen de Koning bij Bart Kuijpers Automotive Nieuws
Amega directeur Leen de Koning gaat binnenkort van zijn welverdiende pensioen genieten. In onderstaand afscheidsinterview bij Bart Kuijpers Automotive Nieuws blikt hij terug op bijna 50 jaar Amega. Met zijn aanstaande pensioen vertrekt een icoon uit de automotive branche.
Wij bedanken Leen voor zijn voortreffelijke inzet, betrokkenheid en wijsheid. Zijn bijdrage aan de groei van Amega is van onschatbare waarde. Wij wensen Leen een prachtige tijd toe in zijn welverdiende pensioen, met volop ruimte om te genieten.
Interview Leen de Koning bij Bart Kuijpers Automotive Nieuws:
Nog een paar weken en dan trekt Leen de Koning voor de laatste keer de deur van zijn kantoor, op de eerste verdieping van de Ames-vestiging aan de eigen boulevard in Dordrecht, dicht. Na 47,5 jaar Amega gaat hij doen ‘wat er op hem afkomt’, maar daar zullen geen structurele verplichtingen tussen zitten. “Ik heb mijn werk altijd zeer plezierig gevonden, maar ik heb 47,5 jaar verantwoording af moeten leggen aan iedereen: van de mensen in het bedrijf tot de aandeelhouders, banken en pers. Ze hoeven me echt niet te vragen voor commissariaten of bestuursfuncties; voor mij geen verantwoordelijkheden of agendaverplichtingen meer.”
Een icoon dat zichzelf geen icoon vindt
Met De Koning vertrekt er een icoon uit de branche. Dat vindt iedereen, behalve hijzelf. “Wij staan als directie op voet van gelijkwaardigheid; we hebben alle besluiten altijd in gezamenlijkheid genomen. Het is alleen zo dat ik in de loop van tijd meer het gezicht ben geworden naar buiten toe. Anderen willen dat ook graag, dat er een aanspreekpunt is. Maar dat is nooit een vooropgezet plan geweest.”
Een natuurlijk gegroeide directie
Niemand stopt ooit echt helemaal, en ook De Koning zal vast nog hand- en spandiensten verlenen. “Als ze mij vragen verkennende gesprekken te doen bij eventuele overnames, of met andere specifieke opdrachten, dan doe ik dat graag.” Maar verder wil hij de directie — die recent met de toevoeging van zijn zoon Reinier en Tijmen Griffioen weer op volle sterkte is gebracht — niet voor de voeten lopen. “De nieuwe directie is op een heel natuurlijke wijze samengesteld, waarbij het echt bij Amega past dat jonge, goede mensen snel op het podium worden gezet. En als ze bovenin groeien, dan groeien ze onderin ook mee.”
Dat de directie bestaat uit zes personen en er geen algemeen directeur is, vindt De Koning geen enkel probleem. Iedereen heeft een duidelijke verantwoordelijkheid, maar als directielid moeten ze nu hun rol gaan zoeken en pakken. En dat legt hij het liefst uit aan de hand van zijn eigen carrière binnen het bedrijf.
Van zaterdagbaantje tot eindverantwoordelijke
In 1973 had De Koning al een zaterdagbaantje bij het bedrijf. Nadat hij in 1977 de IVA deed begon hij als junior verkoper in dienst. Jan Ames, de vader van Engel, runde toen nog de zaak. In 1983 werd De Koning verkoper/bedrijfsleider van de vestiging in Ridderkerk. In 1984 nam Engel de zaak over en hij vroeg De Koning in 1987 terug naar de hoofdvestiging in Dordrecht, om daar eindverantwoordelijke voor nieuwe auto's te worden.
“Dat was de lastigste periode. Ik was gewend alles zelf te doen, en toen moest ik ineens een team aansturen. Dat viel me zwaar, want ik kreeg de boodschap niet echt goed overgebracht. In Ridderkerk kon ik het zelf beter laten gaan, in Dordrecht niet. Ik had op blote knieën teruggewild naar Ridderkerk. Maar in een bedrijf is er na een promotie nooit een weg terug. Ik had geen andere keus dan het te leren. En ik wilde per se bij Ames blijven. Uiteindelijk kreeg ik het kunstje onder de knie.”
In de jaren ’90 werd De Koning eerst adjunct-directeur en later directeur. Begin deze eeuw nam het bedrijf voor het eerst een ander merk erbij toen het Opel-dealer Van Mill kocht. “Daar hebben we vooral geleerd hoe het níet moet, een bedrijf overnemen. Het was onervarenheid. Toen vertelden we simpelweg dat het anders moest. Maar dat viel slecht. Uiteindelijk hebben we een cultuur ontwikkeld waarin we na een overname proberen naar elkaar toe te groeien, waarbij we het goede proberen te behouden. We hebben zeven basiswaarden, waaronder met respect over elkaar praten. Teams vinden zichzelf al snel het beste. Dat mag, maar moet niet doorslaan. Binnen Amega moeten ze bij Ames vinden dat (inmiddels) Mulder Van Mill de beste Stellantis-dealer van het land is, en vice versa. Omdat de culturen zo verschillend zijn, houden we de naam ook aan. Er zijn meerdere wegen om te groeien door acquisities, maar dit is de manier die bij ons past.”
Leiderschap, lessen en loslaten
Nadat Engel zich had teruggetrokken uit de operatie, ontstond er in 2006 een nieuwe situatie waarin de RvC besloot geen opvolger aan te wijzen. Het directieteam moest het gaan doen, met Leo Fransen als voorzitter. Toen Leo in 2008 overstapte naar Innovam, vond de RvC dat zij het met z’n drieën moesten gaan doen. “Maar ze zeiden ook: als het niet werkt, dan zoeken we een nieuwe algemeen directeur. Het viel allemaal snel op zijn plek.”
In 2011 gaf Engel aan de dealerbedrijven te willen verkopen. “Toen moesten wij met de potentiële kopers aan de slag. Ik realiseerde me al snel dat wie betaalt, bepaalt. En het idee dat mijn levenswerk onder me vandaan zou glippen, vond ik onverteerbaar. Toen hebben wij als directie gezegd: laten we kijken of we het zelf kunnen.” In 2017 stapte vervolgens Pon in als aandeelhouder. “Dat is altijd een zeer plezierige en fijne samenwerking geweest. Pon gedroeg zich echt als aandeelhouder, niet als importeur. En wij hadden als directie de steun van een sterke RvC met jarenlang president Peter Berdowski (Boskalis), Leo Fransen en namens Pon eerst Willem Trip, daarna Paul van Splunteren en nu Tjeerd Tuitel. De overname van Van Mill had veel meer impact dan het belang van Pon.”
En dan komt De Koning op het punt waarom hij vertrouwen heeft in de zeskoppige directie. “Toen ik Berdowski meldde dat ik met pensioen zou gaan, zei hij: Leen, wij gaan je niet vervangen, want jij bent uniek. De RvC houdt de boel in balans — in onze tijd en nu. Binnen de huidige directie gaat iedereen zijn rol vinden, maar vanuit dezelfde normen en waarden.”
De Koning schudt de oneliners gemakkelijk uit zijn mouw (bekijk vooral het interview dat ik met hem had voor 3X15 Minuten Met terug). In het bedrijf zit de absolute wil om te winnen. “Je bent pas goed als je beter bent dan een ander,” aldus De Koning. En: “Kijk vooral veel af daar waar het goed gaat.” Of: “Dingen die goed gaan, gaan gemakkelijk beter, terwijl moeilijke dingen moeilijk beter gaan.” Het is volgens hem beter om te focussen op ‘gemakkelijk te realiseren groei’ dan te willen groeien daar waar een bedrijf het moeilijk heeft.
Echt leiderschap komt volgens De Koning vooral naar boven als doelen niet gehaald worden of mensen niet goed presteren. “Mensen aanspreken op de dingen die ze moeilijk vinden of die niet goed gaan. Als het even niet goed gaat, mensen afserveren: dat is zogenaamd heerlijk, dan word je een echte leider met ondergeschikten. Voor dat type leiderschap is binnen Amega geen plaats. Ik kijk altijd naar het eindplaatje en ga niet focussen op de dingen die niet goed gaan. In totaliteit moet iemand beter presteren; dat moet het streven zijn. En iedereen heeft moeilijke periodes — ik heb die ook gehad. Dan moet een leidinggevende iemand bij de hand nemen. Niet wijzen, maar samen kijken hoe iemand weer beter kan presteren en mensen de ruimte geven het weer beter te doen. Ze hebben immers al bewezen dat ze het kunnen. Fouten die gemaakt worden, lossen we samen op.”
Het leven na Amega
Kan iemand na 47 jaar wel afscheid nemen van het bedrijf waar hij dag en nacht mee bezig is geweest? “Nou, nadat ik mijn besluit vorig jaar nam, heb ik een plan gemaakt. Ik werk inmiddels nog maar drie dagen per week en ben langere tijd met mijn vrouw in ons huis in Spanje geweest. Ik ben heel bewust aan het afbouwen.” De Koning wil geen groot afscheidsfeest. “Ik ga de komende tijd van iedereen individueel afscheid nemen. Ik heb dit alles kunnen bereiken dankzij mijn netwerk. Vergeet niet: we zijn allemaal afhankelijk van anderen. Van mensen die voor jou kiezen. Daar ga ik op mijn manier afscheid van nemen.”